Biotoop: De Groenling broedt in alle landschapstypes met bomen. Zijn voorkeur gaat uit naar sierstruiken of bomen met dicht gebladerte rond huizen, kerken of kerkhoven. Hij komt eveneens voor in boomgaarden, parken, lanen, met bomen afgezoomde wegen, halfhoog hakhout en hoge hagen nabij bebouwde akkers. Hoewel de soort bosranden en grote open plekken in het bos niet schuwt, vermijdt ze dichte bosbestanden.

Voorkomen: Algemene standvogel in het groot deel van Europa. In BelgiĆ« en Nederland talrijke broedvogel – jaarvogel – doortrekker en wintergast in groot tot zeer groot aantal.

Broedtijd: Maart – augustus, nest in bomen, 3 – 7 eieren.

Kenmerken: Lengte 15 cm, spanwijdte 24,5 – 27,5 cm, gewicht 23 – 37 gram, leeftijd 12 jaar.